Inspectiecertificaat brandmeldinstallatie

Inspectie Brandmeldinstallatie & Ontruimingsinstallatie

De scope van de inspecties is gericht op brandbeveiligingssystemen. De door  uitgevoerde inspecties vinden plaats aan de hand van diverse normen en voorschriften zoals NEN2535, NEN2575, NEN 2654-1 en 2, NPR 2576,  Één en ander afhankelijk van de uitvoering van de installatie.

In het kader van het bouwbesluit 2012 wordt het CCV inspectieschema brandbeveiliging toegepast.

DOELSTELLING

De brandbeveiliging heeft de veiligheid van personen, het beperken van materiële schade en bedrijfscontinuïteit als doel. Het doel van een inspectie is het waarborgen van de kwaliteit van een brandbeveiligingssysteem om te voldoen aan de wettelijke eisen ten aanzien van de zorgplicht volgens het bouwbesluit 2012 en het voldoen aan de door de eisende partijen, zoals verzekeraars en bevoegde autoriteit, opgelegde verplichtingen ten aanzien van inspectie. Het kan ook verplicht zijn op grond van milieuregelgeving en PGS 15 (opslag gevaarlijke stoffen) en het Vuurwerkbesluit.

INSPECTIES

Inspecties vinden veelal plaats op basis van doeltreffendheid volgens schema’s en daarnaast kunnen inspecties ook plaatsvinden op normconformiteit. Om een oordeel te krijgen over de beveiliging beoordeelt de Inspectie-Instelling het brandbeveiligingssysteem. Tijdens de inspectie worden, aan de hand van een in het inspectieschema opgenomen checklijst, alle relevante inspectiepunten van de te inspecteren brandbeveiligingsinstallatie en gestuurde installaties alsmede de direct aan deze installaties verbonden bouwkundige en organisatorische randvoorwaarden beoordeeld. Van al de inspectiepunten wordt op basis van een eveneens in het inspectieschema opgenomen lijst van afkeurcriteria, goed- of afkeur vastgesteld.

BRANDVEILIGHEIDSINSPECTIES

Inspecties vinden veelal plaats op basis van doeltreffendheid volgens schema’s en daarnaast kunnen inspecties ook plaatsvinden op normconformiteit. Om een oordeel te krijgen over de beveiliging beoordeelt de Inspectie-Instelling het brandbeveiligingssysteem. Tijdens de inspectie worden, aan de hand van een in het inspectieschema opgenomen checklijst, alle relevante inspectiepunten van de te inspecteren brandbeveiligingsinstallatie en gestuurde installaties alsmede de direct aan deze installaties verbonden bouwkundige en organisatorische randvoorwaarden beoordeeld. Van al de inspectiepunten wordt op basis van een eveneens in het inspectieschema opgenomen lijst van afkeurcriteria, goed- of afkeur vastgesteld.

BRANDMELDINSTALLATIES

Een brandmeldinstallatie in een gebouw heeft tot doel een begin van brand in een dusdanig stadium te ontdekken, lokaliseren en signaleren, dat het bestrijden ervan tijdig kan plaatsvinden en maatregelen kunnen worden getroffen om mens, dier, inventaris, gebouw en milieu veilig te stellen, waardoor ongevallen en/of schade worden beperkt respectievelijk voorkomen. Het stuurt andere brandbeveiligingsinstallaties aan, zoals ontruimingsalarmsystemen, liften of blusinstallaties. Het is daarom van belang dat de brandmeldinstallatie betrouwbaar is.

ONTRUIMINGSALARMINSTALLATIES

Ontruimingsalarminstallaties zijn bedoeld om in geval van brand of andere noodsituaties een snelle en ordelijke, personele ontruiming van een gebouw en/of buitenruimte te bewerkstelligen. Er zijn verschillende type ontruimingsalarminstallatie. Bij voorbeeld luidalarm installaties met toonsignalen en/of gesproken berichten. Maar ook ontruimingsalarminstallaties op basis van stille alarmering waarmee een geselecteerde groep personen (bijvoorbeeld via draadloze stilalarminstallaties) kan worden gewaarschuwd om de ontruiming in gang te zetten. Een combinatie van genoemde ontruimingsalarminstallaties is mogelijk.